Ingrediënten deeg:
- 200 gram bloem
- 1 eetlepel maïzena
- 1/2 theelepel zout
- 1 theelepel bakpoeder
- 75 gram boter
- 100 gram suiker
- 1 theelepel anijszaad
- 1 ruime theelepel gemalen anijszaad
- 1/2 theelepel nootmuskaat
- rasp van 1 sinaasappel
- 1 ei
- 2 eetlepels water
Ingrediënten amandelspijs:
- 120 gram amandelen
- 120 gram suiker
- 1 ei
- rasp van halve citroen
Glazuur:
- 150 gram afgeslapte fondant/glaceerfondant
- 2 theelepels bietensap
Meng de bloem met het bakpoeder, de maïzena en het zout. Snijd de boter in blokjes en voeg toe aan het bloemmengsel. Kneed met de hand (of machinaal) tot een kruimeldeeg. Voeg de specerijen, de sinaasappelrasp en suiker toe. Klop het ei los met het water en kneed het deeg tot een bal. Laat vervolgens zo'n 30 minuten rusten in de koelkast.
Maak in de tussentijd de amandelspijs (een dag tevoren is nog lekkerder omdat de smaken dan goed intrekken). Maal de amandelen fijn en meng de suiker en de citroenrasp erdoor. Roer het ei erdoor en indien de spijs erg droog is kun je er nog een scheutje citroensap bij doen.
Bekleed een vierkante bakvorm (20x20) met bakpapier. Verdeel het deeg in twee gelijke delen. Rol de eerste helft uit en bekleed de bodem van de bakvorm hiermee. Verdeel de amandelspijs hierover en dek af met de andere uitgerolde helft van het deeg. Verwarm de oven voor op 180 ℃ en bak het geheel in ongeveer 30 minuten gaar. Haal de koek uit de bakvorm en draai hem om zodat de strakke kant aan de bovenzijde zit. Verwarm de fondant met de bietensap een klein beetje tot het smeerbaar is en bestrijk de bovenkant van de koek hiermee. Snijd in gelijke blokjes en garneer met slagroom en een mandarijntje.