Ingrediënten:
- 150 gram boter (kamertemperatuur of gesmolten)
- 90 gram suiker
- 1 theelepel zout
- 2 theelepels gemalen kardemom
- 500 ml melk
- 50 gram verse gist
- 840 gram bloem
Voor de vulling:
- 150 gram boter (kamertemperatuur)
- 90 gram suiker
- 2 eetlepels kaneel
Voor de afwerking:
- losgeklopt ei
- greinsuiker
Mix voor het deeg de boter, suiker, zout en de kardemom tot een glad mengsel. Maak de melk lauwwarm en los hierin de gist op. Voeg dit toe aan het botermengsel en voeg vervolgens de bloem beetje bij beetje toe. Kneed het deeg tot het mooi glad en elastisch is. Laat vervolgens 45 minuten rijzen op een warme plaatst.
Snijd het deeg in twee gelijke stukken en rol ieder stuk uit tot een rechthoek van 40 x 50cm (in de breedte). Smeer de lap deeg in met de boter en strooi de het suiker/kaneel mengsel. Vouw het onderste deel van het deeg naar binnen (1/3e deel) en vouw het bovenste deel eroverheen zodat het het geheel in drieën hebt gevouwen en het kaneelmengsel binnenin zit. Rol het deeg in de lengte nog iets uit, om het wat aan te drukken. Snijd het deeg in reepjes van 3 cm en snijd deze in de lengte in tot ongeveer 1 à 2 cm van het einde (denk aan een soort broek). Pak de uiteinden op en draai deze een aantal keren en maak vervolgens een soort knoop. Leg de gevlochten broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat en laat nog 30 minuten rijzen/rusten onder een theedoek. Bestrijk de broodjes met losgeklopt ei en bestrooi met de greinsuiker. Bak de broodjes in een voorverwarmde over op 230℃ (hetelucht) in 8-11 minuten gaar. Blijf er bij in de buurt want ze zijn snel erg donker!